De verdwenen molen van Westerlee
Geschiedenis van de molen
Op deze oude foto lijkt het erop dat er klederdracht wordt gedragen. Mij is niet bekend of dat in Westerlee vroeger het geval is geweest. Bron: RHCGA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
R. Luth is ook eigenaar geweest, die de molen heeft overgenomen van K. Luth[2]. Tussen 1826 en 1836 zijn een zekere Jan en Aaldrik eigenaar. In 1852 is de molen nog in goede staat en wordt de molen door een vaste molenmaker onderhouden, namelijk K. Wiertsema uit Scheemda. In die tijd wordt de molen zeer belangrijk geacht voor het dorpsbeeld[3].
Na 1836 worden verschillende namen genoemd, Jan Nicolaas (?) Mulder, van 1867 tot 1870 en H.J. Mulder in 1875. Vanaf mei 1933 is H. Bulder eigenaar van de molen, vandaar de naam (Molen Bulder). In 1945 zijn de roeden vervangen door twee gebruikte roeden uit Termunten voorzien van zelfzwichting. De bovenkant van de molen in Termunten is afgebrand en de onderkant wordt daar tegenwoordig gebruikt als woning. De as van de molen in Westerlee is er in 1958 uitgehaald en daarna is de kap dichtgemaakt. Een en ander volgens K.B. Haan te Westerlee – Heiligerlee. Omdat de opdracht tot verhuizing van de molen volgens besluit op 2 februari 1629 van Provinciale Staten van Groningen komt, zijn veel details bekend[4].
Afb. links: Uitsnede van een ansichtkaart van molen Bulder in Westerlee aan de Molenlaan.
In de Groninger Courant van 12 oktober 1855 lezen we:
‘Op nader te bepalen tijd en plaats, zal in het openbaar, voor den tijd van drie of zes jaren, ter verhuring worden aangeboden: 1. Eene Behuizing, nieuw en aanzienlijk, van onderscheidene VERTREKKEN en GERIJFELIJKHEDEN voorzien, tot verschillende Bedrijven geschikt, 'met grooten TUIN daarbij, staande en gelegen nabij het Tolhek bij de voormalige Kloostertil te Westerlee, in eigendom door L. UDEMA bewoond en gebruikt. 2. Eene Behuizing, de voormalige Chercherswoning[5], met TUIN; voorzien van twee afzonderlijke WOONKAMERS, staande en gelegen bij den Korenmolen te Westerlee, en 3. Eene Behuizing met grooten TUIN, mede te Westerlee, thans door HARM GEERTS SCHOENMAKER in huur bewoond en gebruikt’ [6].
Met de tweede woning wordt kennelijk de woning van de molenaar bedoeld.
Molen Bulder in betere tijden. Ansichtkaart.
Op 31 mei 1947 vraagt de vereniging ‘De Hollandsche Molen’ te Amsterdam subsidie aan als bijdrage in het herstel van een roede van de molen dat f1400,- moet gaan kosten. De eigenaar kan de kosten niet zelf helemaal betalen.
Het wordt 12 november in dat jaar als de vereniging met een andere opstelsom komt voor meerdere werkzaamheden aan de molen, waar neerkomt op f4.565,- In dit schrijven wordt aangegeven dat Bulder een ‘mooie en beste korenmolen’ heeft en een ‘volbloed molenaar’ is.
Op 18 augustus 1948 maakt de burgemeester van de gemeente Scheemda bekend dat het instant houden van de molen van groot belang is en dat is vernomen dat Bulder zelf f 1000,- zal bijdragen. De burgemeester wil graag weten welke formaliteiten nog dienen te worden verricht, welke inlichtingen nog worden gewenst en door wie de bijdrage het best kan worden aangevraagd.
Op 3 november 1949 wordt gevraagd of de firma Roemeling en Hassing herstelwerkzaamheden heeft uitgevoerd, waarna zal worden bekeken of men in aanmerking komt voor Rijkssubsidie. Het wordt op 17 november 1949 als er nog steeds niets aan het herstel van de molen is gebeurd. Deze herstelwerkzaamheden zullen derhalve nooit hebben plaatsgevonden want, drie jaar later, in 1950 wordt de molen ‘ontwiekt’ en zal in 1956 worden gesloopt. Voorzover ik heb kunnen nagaan is er dus nooit subsidie verstrekt, waardoor de molen roemloos ten onder is gegaan [7].
Het molenrestant wordt in 1998 bekeken door Lowlands Management uit Groningen/Amsterdam voor eventuele verplaatsing naar Pella, Iowa in de Verenigde Staten om ter plaatse te worden gebruikt voor de reconstructie van een authentieke Nederlandse molen. Uiteindelijk blijkt de huidige eigenaar van de stomp niet tot verkoop bereid en blijft het onderstuk aan de Molenstraat te Westerlee staan, terwijl het lanzaam wegkwijnt tot een ruïne.
Naschift: 'Ik kwam het artikel van “Molen Bulder” toevallig tegen en daarin trof ik foutje aan. Het is namelijk zo dat mijn vader Hindrik Bulder, zoon van H. Bulder die in 1933 eigenaar werd en overleed in 1958, nog tot 1964 de molen bediende. De laatste 2 jaar weliswaar afbouwend i.v.m. te laag rendement vanwege de opkomst van de grote veevoederbedrijven. Zelf ben ik 1956 geboren en heb de molen dus in ontwiekte staat meegemaakt. De molen is destijds gemotoriseerd en mijn vader maalde nog veel voor de lokale boeren. Dat de molen in 1956 zou zijn gesloopt klopt dus niet.
|
|||||||||||||
|